Derdeklasser Tim wordt door veel docenten bestempeld als een bemoeial en een zeurpiet. In voortgangsvergaderingen valt zijn naam geregeld en er wordt volop gezucht. De kans is groot dat de docenten al gesprekken met hem hebben gehad, hem hebben gestraft of verboden hebben om het ongewenste gedrag voort te zetten. Ze proberen zijn lastige gedrag te onderdrukken. Het gedrag is ongewenst Het mag er niet zijn.

Wat nu als je er eens op een andere manier naar zou kijken? Als je de neiging van Tim zich overal mee te bemoeien niet als een probleem benadert, maar als een gegeven?