“Om eerlijk te kunnen selecteren, krijgen jullie allemaal dezelfde opdracht: Klim in de boom!”

hoe hoog scoort jouw schoolVijf differentiatie mogelijkheden:
Er zijn grofweg  vijf manieren waarop leerlingen van elkaar verschillenin leren. Wanneer je differentieert in de les kom je tegemoet aan deze verschillen. De vijf differentiatiemogelijkheden en enkele ideeën om dat in de les toe te passen zijn de volgende:

1. Tempodifferentiatie
Leerlingen maken een eigen planning, of krijgen instructie op het moment dat zij daaraan toe zijn. (Denk ook aan: in eigen tempo werken aan weekplanner)

2. Niveaudifferentiatie
Leerlingen krijgen instructie in verschillende niveaugroepen of leerlingen die het al snappen krijgen een verdiepingsopdracht. Je brengt gelaagdheid aan in je opdrachten. Een mooi voorbeeld hiervan zie je in dit filmpje over een Engelse les in groep 8 (!) http://www.leraar24.nl/video/4097).
In iedere Engelse klas zitten kinderen die meer kunnen met de taal dan de rest. Hoe zorg je ervoor dat deze leerlingen zich niet vervelen, en dat de rest in eigen tempo de taal leert? Bijvoorbeeld door een taak aan de hele klas te bieden, waarin differentiatie is ingebouwd. In deze les gaat het om het presenteren van een weerbericht. Leerlingen die het willen kunnen ervoor kiezen om een extra rol te ‘spelen’: die van “eye witness” van het weer: wie nog meer wil, kan proberen hierbij de verleden tijd te gebruiken. Leerlingen die het nodig hebben vinden hulp (woordjes, zinnen) in een hand out. De keuze voor de makkelijke of moeilijke optie wordt aan de leerlingen gelaten.

3. Interessedifferentiatie
Leerlingen kiezen binnen een opdracht een eigen onderwerp of hebben keuze uit enkele opdrachten. (Zie ook: filmpje Engelse les en onderstaand voorbeeld)

Maak een kruiswoordpuzzel van de woordenlijst uit het boek.  (B) Schrijf een krantenartikel, waarin je de feiten uit het boek gebruikt. (B) Maak een bordspel waarin je feitenuit het boek gebruikt. (B)
Maak een informatiefolder, waarin je de feiten uit het boek gebruikt. (A) Maak een onderwerp schema met de feiten uit het boek (B) Maak een powerpoint van tenminste 4 dia’s met de feiten uit het boek (A)
Construeer een schema, model of kaart met de feiten uit het boek. (B) Schrijf een script voor een rollenspel van een nieuwsverslag met de feiten uit het boek (A) Schrijf een rap, gedicht of lied met de feiten uit het boek. (A)

A= gevorderde of complexe activiteiten.
B= Basale activiteiten die geschreven zijn op toepassingsniveau

 

4.Leerstijlendifferentiatie
Leerlingen krijgen de mogelijkheid om via hun eigen leerstrategie een taak uit te voeren, of krijgen de keuze aangeboden tussen verschillende werkvormen. (b.v. leerstijlen Kolb).

5.Differentiatie naar begeleidingsbehoefte
Leerlingen die meer zelfstandigheid prettig vinden worden vrijer gelaten, terwijl leerlingen die meer begeleiding behoeven extra aandacht krijgen.

Wil je leren hoe je dit in de praktijk brengt en samen met andere docenten een aantal lessen ontwikkelen die je de volgende dag kunt geven in je klas? Geef je dan op voor de training "Training activerende didactiek en samenwerkend leren". Je kunt deze training ook met je hele team volgen.

Neem contact op met Carol Lamers van www.deltatrainingen.nl.